BOB BRADSHAW - QUEEN OF THE WEST

Zeggen dat de naam van Bob Bradshaw bij elke muziekliefhebber tot het dagelijkse taalgebruik hoort, zou een overdrijving van formaat zijn, al schreven wij in deze kolommen al meermaals over deze uit Ierland afkomstige, maar in Boston wonende singer-songwriter en al was dat telkens in lovende bewoordingen. We kunnen dus niet meer doen dan, naar aanleiding van deze nieuwe plaat -zijn vierde- nog maar eens ons blik loftuitingen opentrekken, want deze is met voorsprong zijn beste tot op vandaag.

De plaat is opgevat als een soort conceptalbum, rond het personage dat er zijn titel aan geeft. Van haar echte naam heet die Queen “Ruby Black” en ze heeft kennelijk verschillende verschijningsvormen: nu eens is ze Muze, dan weer model-Outlaw of simpelweg Icoon, dat symbool staat voor de denkbeeldige wereld, die het Amerikaanse Westen toch wel blijkt te zijn. Net zo goed wordt ze zorgende moeder of schietgrage saloonbezoekster en heb je dus, samengevat, te maken met een ode aan “De Vrouw” in een aantal van haar gedaanten.

Die verschillende personages kun je volgen doorheen de dertien zelfgeschreven songs, die samen een soort roadmovie vormen, waarbij je als luisteraar wel zelf de beelden moet verzinnen. Echt moeilijk is dat niet, aangezien de thema’s die behandeld worden behoorlijk universeel zijn: de zoektocht naar identiteit, het omgaan met verslies, het zoeken naar troost.

Via songs, die nu eens radicaal country zijn, zoals “Albaquerque”, dan weer in de zuiverste Costello-stijl zijn uitgewerkt, zoals “How You Disappear” of een Richard Shindell-toets meekrijgen, zoals “Story Goes”, waarop overigens Kris Delmhorst meezingt, wordt het hele verhaal uitgebouwd en word je als luisteraar deelachtig gemaakt aan het wedervaren van de Queen, maak je kennis met de figuren die ze ontmoet, al dan niet virtueel, zoals in “1-800-Saint”, waarin zowel Thomas, Antonius, Valentijn als Christoffel opgevoerd worden, vier heiligen, dieelk hun gekende specialiteit hebben.

Een vaste kern muzikanten, met Annie Lynch op vocals, Duke Levine op snaren, Mike Connors op drums en Ed Lucie op bas, zet de knappe melodieën in glasheldere arrangementen omen maatkt van deze plaat een bijzonder beluisterbaar geheel. Dat is het straffe van deze erg knappe plaat: de dertien songs stààn er elk op zichzelf, maar als je ze als één geheel beluistert, krijg je een audio-roman te horen over een boeiend personage dat door Bradshaw met veel inlevingsvermogen tot leven gewekt wordt. Fraai, er fraai !

(Dani Heyvaert)

 

 

 

Artiest info
Website  
 

Label: Fluke

video